Ik zit op literair competentieniveau 4. Boeken zoals ‘Pompeii’ van Robert Harris en het ‘Behouden Huis’ van Willem Frederik Hermans heb ik ongelooflijk graag en zonder problemen gelezen en veronderstellen toch een algemene kennis. Ook de metaforische stijl van Willem Frederik Hermans sprak me aan en zette me aan tot esthetisch lezen. Verder heb ik ook romans gelezen waarvan het verhaalverloop en het gedrag van de personages onvoorspelbaar zijn. ‘De eenzaamheid van de priemgetallen’ bijvoorbeeld beschrijft een periode van 24 jaar en maakt dus grote tijdsprongen. Ook ‘De kleine Johannes’ is onvoorspelbaar. Bovendien kan Frederik van Eedens taalgebruik complex zijn omdat hij het boek zo lang geleden geschreven heeft. ‘De kleine Johannes’ en ‘The universe versus Alex Woods’ zijn allebei boeken die me laten stilstaan bij de bedoeling van de auteur en me laten nadenken over de betekenis van het verhaal. Ik hou ervan bij boeken tussen de regels door te lezen en het verhaal te interpreteren om er zo meer uit te halen.

Zowel als toekomstig leerkracht als als lezer vind ik de psychologische en maatschappelijke functies de belangrijkste. Identificatie met personages kan helpen bij het oplossen van problemen en helpt bij het begrijpen van de wereld en de mensen rondom ons. Door zich in te leven in de karakters van een roman stijgt het empathisch vermogen, wat een heel belangrijke sociale vaardigheid is. Ook de escapistische functie vind ik cruciaal. Het kan erg ontspannend zijn de wereld en problemen rondom ons even te kunnen vergeten.
Persoonlijk vind ik een maatschappijbevestigend boek niet aan te raden, een roman moet net een andere kijk op de wereld geven en moet kritisch zijn. De emanciperende functie vind ik dus van groot belang. Het kan de leerlingen helpen kritisch te zijn en helpen vooroordelen tegen te gaan.

Als kind was ik een enorme lezer, maar sinds enkele jaren lees ik veel minder. Ik danste een tijdlang een 15-tal uren in de week en dat in combinatie met een opleiding Latijn-Moderne Talen maakte dat ik niet veel tijd had om te lezen. De opgelegde lectuur op school heb ik wel steeds met plezier gelezen. Nu heb ik terug meer tijd en wil het lezen terug oppakken, maar dit is moeilijker dan ik dacht. Ik ben het niet meer gewoon en vind het moeilijk boeken te vinden die mij aanspreken. Toch ga ik hier zeker aan werken, ik wil later als leerkracht mijn leerlingen kunnen aanzetten tot lezen en meegeven dat lezen enorm belangrijk is in de ontwikkeling.
Ik wil dus zeker veranderen en mijn best doen terug meer te lezen. Ik heb het geluk dat zowel mijn mama als zus Taal- en Letterkunde hebben gestudeerd en nu leerkrachten Nederlands en Engels zijn. Zij kunnen mij dus zeker helpen bij het kiezen van boeken.